woensdag 19 januari 2011

recensie HUMO

Jeroen Brouwers - Datumloze dagen

Neem er de Humo van dertig jaar geleden maar bij, de aflevering van 28 oktober 1977. Jeroen Brouwers onderhoudt zich daarin op eloquente wijze met Herman de Coninck over zijn toen volop ontluikende schrijverschap.

'Jawel,' zegt hij, 'ik heb een enorm reservoir gevuld de laatste jaren, en dat ben ik nu allemaal op aan 't schrijven. Maar er komt een tijd dat dat reservoir leeg raakt.' Schrap die passus, hij klopt van geen kanten: Brouwers blijft tot vandaag van de mooiste Brouwersen afleveren, immer tappend uit hetzelfde vat: 'Ik schrijf over liefde, literatuur en dood. Ik beschrijf mijn leven' - óók een zin van dertig jaar geleden.

Op diezelfde vergeelde Humo-pagina, links van waar u net een stukje hebt doorgehaald, merkt Herman de Coninck wat op: literatuur zou kunnen betekenen, zegt hij, dat je zo mooi schrijft over mislukking dat het geen mislukking meer is. Zet daar een groot kruis bij, want dat is voor het werk van Jeroen Brouwers zeer to the point.

Dit is het begin van 'Datumloze dagen' (Atlas), zijn jongste roman: 'De honderden dingen in je leven die je verkeerd hebt gedaan. Niet per se opzettelijk, het kan uit domheid, onhandigheid, onnadenkendheid zijn gebeurd, bij vergissing, uit lulligheid, zonder enige bedoeling. Soms glipt een hatelijke herinnering daaraan opeens je hersens binnen, als een insluiper die een pianosnaar over het hoofd gooit en aanspant tegen je keel.'De hoofdpersoon is een zestiger die veel gemeen heeft met Brouwers (een huis in het bos en verdriet in het bloed bijvoorbeeld), en veel niet: de man was een literatuurdocent die werkte in New York en Parijs, steden die Brouwers alleen van de televisie kent. Ze hebben ook gemeen dat ze het meemaakten dat een zoon door ziekte geveld werd.

Dé mislukking uit het leven van de ik-figuur waar 'Datumloze dagen' op inzoomt is zijn relatie met zijn zoon Nathan. Hij was helemaal niet aan een kind toe, zo'n 'pop die ook echt kan blèren, pissen en schijten': die zoon is hem door zijn eerste vrouw opgedrongen tijdens een coïtus met voorbedachten rade in Venetië. Als de ik-figuur na een jaar of zes uit dat huwelijk valt, heeft hij geen contact meer met Nathan. Op drie toevallige ontmoetingen na toch - meer afwijzingen dan ontmoetingen - die gedetailleerd worden beschreven, als opeenvolgende staties van een kruisweg vol schaamte.

Met nog een derde van het boek te gaan, rinkelt de telefoon: 'Er is iets met Nathan.' Een zeldzame, fatale bloedziekte, hemofagocitis. Wat dat te vroege heengaan van de zoon betekent voor de vader-zoonrelatie, men leze het zelf na in dit zwartmooie boek. De ontknoping is alleszins van die aard dat de ik-figuur al vanaf de eerste bladzijden geheel doortrokken van verdriet en angst door het bos dwaalt.

Brouwers, die eerder beroemde teksten schreef over zijn non-relatie met zijn ouders, heeft in deze roman een passende vorm gevonden om te reflecteren over zijn relatie met zijn eigen nageslacht. Het herhalingspatroon is opvallend; hier wordt, moet hij vaststellen, iets van generatie op generatie doorgegeven. Dat deze roman zo stevig geworteld is in Brouwers' brede oeuvre en in zijn eigen bestaan maakt dat hij, ondanks de bescheiden omvang, bijzonder krachtig en fraai openbloeit.

'Datumloze dagen' is tegelijk hard, pakkend en warm, het werk van een hofleverancier: eind november overhandigt Albert II Jeroen Brouwers zeer terecht de Prijs der Nederlandse Letteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten